Poker kun je leren. Stel, je pokert met Tim. Hoe weet je of hij een sterke kaart heeft of juist bluft? Hoe reageert hij op jouw kaart? Je gaat letten op Tims manier van inzetten. Je snapt steeds beter hoe hij speelt. Misschien kun je daar je voordeel wel uit halen. Door oefening en ervaring kun je dus beter gaan pokeren. Toch ziet de overheid poker als een kansspel. Want je hebt geen invloed op de kaarten die worden gedeeld. Toeval bepaalt meestal of je wint of verliest. Daarom valt poker toch onder de Wet op de kansspelen.

Kansspelen hebben geen geheugen. De kansen zijn dus onafhankelijk. Toch is dat moeilijk te geloven. Zelfs de grootste wetenschapper denkt na vier keer rood bij roulette: nu móet het een keer zwart worden.

Maar bij ieder spel blijft de kans 18/37. Roulette heeft 36 nummers en de 0. De kans dat het balletje op een van deze nummers komt is 1/37. 18 Nummers zijn bij roulette rood en 18 zwart. De 0 is groen. De kans op rood of zwart is 18/37. Iets minder dan 50 procent oftewel 1 op 2. Het balletje onthoudt niet welke kleur is gevallen. Casino’s willen je wel doen geloven dat de kansen afhankelijk zijn. Daarom laten ze zien hoe vaak het achter elkaar rood is geweest. Laat je hier niet door foppen.

Stel, je gooit 1200 keer met een dobbelsteen. Dan gooi je elk cijfer ongeveer even vaak. Dus 200 keer 1, 200 keer 2, 200 keer 3, enzovoorts. Stel nu dat je maar 18 keer gooit. Dan is de kans groot dat je één cijfer vaker gooit dan de andere. Bijvoorbeeld 6 keer 4.

Dan denk je: dat is toevallig, het is iedere keer 4. En: als ik op 4 had ingezet, zou ik goed verdiend hebben. Dus als je een korte tijd speelt (18 worpen), krijgt geluk een kans. Als je lange tijd speelt (1200 worpen), is de kans op geluk verdwenen. Zo gaat het ook met kansspelen. Als je een paar spelletjes speelt, kun je bij toeval winnen. Speel je lang of vaak, dan wint kansberekening het van geluk.

Niet alle spellen zijn even verslavend. Soms duurt het even voordat je de uitslag hebt, zoals bij een loterij. Dit worden ‘long-odds’ spelen genoemd. Deze spellen zijn niet verslavend omdat je weinig spanning voelt. Je merkt immers pas na een tijd of je hebt gewonnen of niet. Bij andere spellen weet je direct of je wint of verliest. Denk maar aan roulette of slots. Deze spellen heten ‘short-odds-kansspelen’. De spanning wordt hierbij telkens snel opgebouwd en weer afgebouwd omdat je als speler direct weet of je wint of verliest. Short-odds-spelen zijn daarom extra verslavend.

Bij deze omstandigheden loop je extra risico om verslaafd te raken:

• Je speelt short-odds-kansspelen, waarvan je direct weet wat de uitslag is.

• Je hebt de mogelijkheid om veel geld in te zetten.

• Je speelt veel en vaak achter elkaar .

• Je kunt anoniem en alleen spelen. Bijvoorbeeld thuis waar niemand je controleert. 

• Je kunt in een fijne sfeer spelen. Met mooi licht, prettige kleuren, videoclips en virtual reality.

• Je denkt dat je controle hebt over de uitkomst van het spel.

• Online gokken kan extra verslavend zijn.

Online spellen lijken extra verslavend te zijn. Want je speelt ze sneller dan in het echt. Zo hoeven de kaarten niet geschud te worden. Dat doet de computer.

Ook kun je online spellen op meerdere schermen tegelijk spelen. En heb je 24/7 toegang tot online gokken. Je moet dus sterk in je schoenen staan om online casino’s te ontlopen.

Denk jij wel eens dat je invloed hebt op een gokspel? Kun jij aanvoelen wanneer de kans op winnen groot is? Dan ben je niet de enige. Veel spelers geloven in hun strategie. Bij roulette denken ze: ik kan winnen, want ik let op warme en koude nummers. Bij blackjack: ik kan winnen, want de dealer is aan het verliezen. Of bij een gokkast: de kast zal nu wel geven, want ik ben al lang aan het spelen. Deze gedachten lijken logisch, maar kloppen niet. De uitslag van kansspelen wordt voor het grootste deel bepaald door toeval. En niet door kennis of oefening.

Er zijn wel gokspelen waar je goed of handig in kunt zijn. Zoals een sportweddenschap, blackjack of poker. Toch kun je deze spellen op de lange termijn niet winnen. Toeval blijft een grote rol spelen. Je hebt het spel nooit volledig onder controle. Er blijft dus altijd kans op verlies.

Voor veel spelers gaat het echter niet zozeer om winst of verlies. Meer om het spelen en de spanning.

Natuurlijk kun je best weleens geluk hebben met gokken. Maar dat kan alleen als je zo nu en dan gokt. Als je vaak speelt, wint kansberekening het van geluk. Elke kans op geluk is dan 0. Hoe vaker je speelt, hoe minder geluk. De kunst van gokken is dus: Zo nu en dan spelen om geluk een kans te geven.